Anne van Grinsven

Manager Strategie en Innovatie | Woonzorg Nederland

"De kunst is om het enthousiasme voor de nieuwe koers vast te houden in de dagelijkse werkelijkheid."

Anne van Grinsven is als manager Concernstrategie van Woonzorg Nederland verantwoordelijk voor strategie en innovatie, voor communicatie en voor HRM. Met Anne praten we over het sterk veranderende speelveld op het gebied van huisvesting en zorg en de gevolgen daarvan voor de organisatie en de medewerkers. Woonzorg Nederland is een woningcorporatie. Na een aantal fusies is Woonzorg nu een organisatie van bijna 300 medewerkers die zich inspannen om een passende woonsituatie te bieden aan ouderen en aan mensen met een beperking die beschut of beschermd willen wonen.

Anne: “We hebben ongeveer 42.000 eenheden waarvan we er bijna 30.000 zelfstandig verhuren. We doen dat vanuit de filosofie samen-zelfstandig wonen met een plus: toegankelijke woningen in een gebouw waar nagenoeg altijd ook een ontmoetingsruimte aanwezig is, waar een bewonersconsulent van Woonzorg Nederland aanwezig is en waar, afhankelijk van de setting, zorg en diensten worden aangeboden. De overige 12.000 eenheden zitten in gebouwen die we aan zorgpartijen verhuren. We hebben bezit in ongeveer de helft van de gemeenten en verhuren aan ongeveer een derde van alle zorgpartijen in Nederland.

We zien het aantal ouderen toenemen. We vinden het in Nederland belangrijk dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. We verwachten dat mensen zelf dienstverlening organiseren. Eerst moet je je mantelzorgers oproepen voordat er formele hulp komt. En er wordt bezuinigd op zaken als dagbesteding. Daar valt voor veel mensen een gat. Niet iedereen heeft de middelen of de capaciteit dat te regelen. Wij bieden een zodanige woonsituatie, en daarom noemen we het samen-zelfstandig wonen met een plus, dat bewoners andere mensen tegenkomen en dat er contacten zijn met de buurt. We zien veel actieve bewonersgroepen die activiteiten organiseren en elkaar helpen. Wij zijn geen zorgorganisatie, onze bewonersconsulenten leveren geen zorg of diensten. Daarvoor smeden we coalities met aanbieders van zorg- en dienstverlening. We hebben een pand waar we heel bewust wat appartementen verhuren aan studenten in ruil voor mantelzorg. Als ik een bewoner vraag waarom ze hier zijn komen wonen, dan noemen ze niet de veiligheid en toegankelijkheid, dat wordt ook vanzelfsprekend geacht, maar vooral ‘ik weet dat als er iets met me gebeurt of als ik zorg nodig heb, dat er mensen om me heen zijn die mij kunnen helpen’. En daar kunnen we nog veel meer mee doen dan dat we nu al doen, is mijn overtuiging.

Dit vraagt wel een andere manier van denken. We komen van oudsher echt uit het systeemdenken, zowel vanuit het wonen als de zorg. We hebben het over het scheiden van wonen en zorg terwijl voor de bewoner juist de verbinding van belang is. Het creëren van samen zelfstandig wonen met een plus vraagt maatwerk op lokaal niveau, in samenwerking met andere partijen. Daar zien we een verschuiving naar een ‘ondernemende’ bewonersconsulent, als spin in het web met partners. Daarnaast zijn we ook bezig met e-dienstverlening, e-health en e-community. Denk aan een marktplaats voor lokale diensten, ook van vrijwilligers. Dat kan alleen op heel laag schaalniveau. De ene keer neemt de gemeente het initiatief, de andere keer wij. Daar zoeken we nog naar onze rol. Al die veranderingen hebben natuurlijk een flinke impact op onze medewerkers. We zijn ook bezig met digitalisering en met het strak en slim organiseren van processen. Zo willen we tijd vrij maken die bewonersconsulenten kunnen besteden aan direct contact met bewoners en aan samenwerking in het lokale netwerk.

Een goede wisselwerking tussen sociaal ondernemen op lokaal niveau en het strak doorlopen van processen is voor ons best een uitdaging. We zitten hier in Amstelveen met het service & kenniscentrum op vrij grote afstand van de bewoners. Eigenlijk zou ik het liefst met ons kantoor in een van onze wooncomplexen willen zitten. Afgelopen jaar hebben we ons nieuwe ondernemingsplan gemaakt, met 13 ambassadeurs uit de organisatie. In plaats van op de hei zijn we telkens in een van onze panden tussen de bewoners gaan zitten.

We proberen de verbinding tussen de front office en backoffice zo veel mogelijk te versterken. Vanuit de klantwaarden denken en niet vanuit de kolommen en traditionele harkjes. De mensen die direct contact met de klant hebben worden door de klant teruggefloten. Hier in Amstelveen is dat veel indirecter. Dat vraagt dat we vanuit principes, vanuit de toegevoegde waarde voor de klant werken, en niet alleen vanuit de regels. Dat hebben we beschreven in ons ondernemingsplan. Dat is het verhaal van ons allemaal. Toen ik hier begon vorig jaar heb ik daarom meteen dat gezelschap ambassadeurs samengesteld uit alle verschillende afdelingen: mensen die heel goed in staat zijn om gesprekken met collega’s te voeren maar ook mensen die in staat zijn om ontwikkelingen te vertalen naar strategie.

Nu komt het er op aan om dit te vertalen naar concreet gedrag. Wat daar ook bij hoort is een vorm van zelforganisatie. Dicht bij de bewoners de beslissing nemen, binnen de gemeenschappelijke koers en de financiële randvoorwaarden. Elke lokale situatie is immers anders. Dat vinden collega’s nog niet altijd even gemakkelijk. Wij moeten er als management team voor zorgen dat ze zich zeker genoeg voelen om dat te kunnen doen. En dat we sturen op leren en niet alleen op KPI’s. Wij zetten daarom nu ook een stap van een functiehuis naar een rollenmodel. We zijn met een pilot bezig, waarin ontwikkeling van medewerkers en een andere manier van beoordelen centraal staan.

Op veel complexen zetten we stappen richting onze belofte. In het ontwikkelen van nieuwe concepten of het aangaan van nieuwe samenwerking. Dat is heel mooi om te zien. Tegelijkertijd moet ons eigen huis ook op orde zijn zodat dagelijkse operationele taken goed lopen. Dan heb ik het over processen, gegevens en systemen. Dat is nodig om de energie voor vernieuwing vast te houden. Verbetering en vernieuwing gaan in kleine stappen. Dat is niet erg, als ze maar zichtbaar en tastbaar zijn. We hebben nog een mooie klus te klaren met elkaar.

[Terug]